Overig

Beperking bewegingsvrijheid

Beperking bezoekrecht

Dwangmedicatie

Opname accommodatie

KC23-010 05 maart 2023

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klaagster]
Instelling : Pro Persona
Klachtnummer : KC23-010
Datum ontvangst klacht : 20 februari 2023
Schosingsverzoek : n.v.t
Datum hoorzitting : 1 maart 2023
Datum beschikking : 6 maart 2023

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klaagster)

[XX] (patiëntenvertrouwenspersoon)

Ambulant begeleidster

 

[XX] (verweerder)

 

[XX] (voorzitter)

[XX] (psychiater)

[XX] (verpleegkundige)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Beschrijving van de klacht

De klacht houdt samengevat in dat klaagster het niet eens is met:

  1. Beperking bewegingsvrijheid
  2. Medicatie
  3. Opname accommodatie
  4. Beperking vrijheden (bezoek)

 

 

Bevoegdheid klachtencommissie

Klaagster heeft klachten ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: ‘Wet verplichte ggz’). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 van de Wet verplichte ggz bevoegd om uitspraak over deze klachten te doen.

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 20 februari 2023 een klachtenformulier ontvangen inzake verplichte zorg. Dezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting.

 

De klachtencommissie heeft op 27 februari 2023 het verweer ontvangen en diezelfde dag doorgestuurd naar partijen.     

 

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 1 maart 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de uitspraak uiterlijk op 6 maart 2023 per mail aan partijen zal worden gezonden.       

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht d.d. 20-02-2023;

-           Verweerschrift d.d. 27-02-2023;

-           Beschikking zorgmachtiging d.d. 03-03-2022 en 30-01-2023;

-           Medische verklaring ZM d.d. 17-02-2022 en 09-01-2023;

-           Mededeling voorbereiding ZM d.d. 19-12-2022 en 27-01-2023;

-           Informatiebrief dossier d.d. 28-12-2022;

-           Bevindingen GD d.d. 20-02-2022 en 09-01-2023;

-           Beslissing verlenen VZ d.d. 28-12-2022, 29-12-2022 en 30-01-2023;

-           Zorgplan d.d. 19-12-2022 en 19-01-2023;

-           Decursus en rapportage verpleegkundigen 28-12-2022 t/m 21-02-2023.

 

 

Feiten

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een bipolaire-I-stoornis en een schizotypische persoonlijkheidsstoornis.  

                             .

Klager ontvangt verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging met een ingangsdatum van 30 januari 2023 en met een expiratiedatum van 30 januari 2024.

 

 

Verslag van de hoorzitting

Standpunt van klaagster

Klaagster vertelt ter zitting dat ze wordt beperkt in haar vrijheden. Ze voelt zich niet gehoord en vindt dat ze gediscrimineerd wordt. Klaagster wil graag wandelen maar moet vaak lang op begeleiding wachten. Klaagster wilde gisteren haar zoon thuis ontvangen maar dat was niet toegestaan omdat ze daar ontregeld door zou raken. Dit is niet waar aldus klaagster.  

Klaagster licht bij haar klacht over de medicatie toe dat ze zich een proefkonijn voelt. Ze krijgt veel verschillende medicijnen. Klaagster is gevoelig voor medicatie. Ze voelt zich lichamelijk en spiritueel beschadigd. Ook is er sprake van een forse gewichtstoename. Klaagster voelt zich een zombie en kan zich niet concentreren. Door de medicatie is ze gevallen met de fiets vertelt ze ter zitting. Ze voelt zich constant suf en moet extra opletten bij het oversteken. ‘Ik ben aan het overleven’ zegt klaagster. Klaagster is lang bekend in de psychiatrie maar zou graag een second opinion willen. Klaagster is het niet eens met het feit dat observaties van gedrag belangrijk zouden zijn. ‘Je ogen bedriegen het meest’ aldus klaagster.

 

PVP vult aan dat de bewegingsvrijheid van klaagster steeds beperkt wordt. Klaagster begrijpt dit niet. Waarom mogen anderen wel naar buiten en zij niet? De klacht over medicatie heeft betrekking op de ernstige bijwerkingen die klaagster ervaart. Ze heeft voorkeur voor een leven zonder medicatie en wil graag overstappen op alternatieve, natuurlijke geneeswijzen. Klaagster is erg veel aangekomen van de medicijnen en voelt zich niet prettig meer in haar eigen lichaam. PVP benoemt dat klaagster naar huis wil, naar haar honden. De mensen die op honden passen zijn vermoeid dus wil klaagster het graag weer zelf doen. Klaagster is twee keer weggelopen na vrijheden vertelt PVP. De reden hiervoor was dat zij haar honden erg mist. Het was ook bekend dat ze daar naar toe ging vervolgt de PVP. Ten aanzien van de klacht over beperking van bezoek geeft PVP aan dat bepaalde personen niet meer welkom zijn bij Pro Persona. Twee mensen uit de regio Amsterdam hebben klaagster bezocht en zijn na 15 min op straat gezet. Klaagster heeft hier last van. Deze mensen hebben bijna 200 km gereisd en worden dan niet toegelaten.

 

Standpunt van verweerder

Verweerder reageert eerst op de opmerking van klaagster dat haar zoon haar gisteren niet thuis mocht bezoeken. Zij geeft aan dat dit een gezamenlijk standpunt was van Ik-zorg, de mentor en behandelaren van Pro Persona. Alle partijen vonden dit onverantwoord.

Verweerder licht toe dat klaagster een lange geschiedenis heeft in de psychiatrie. Zij is bijna 23 jaar onder behandeling en heeft hierbij vervelende ervaringen opgedaan. Klaagster ervaart het als enorm belastend. Verweerder begrijpt dat. Klaagster heeft een sterke identiteit die gewaardeerd wordt door verweerder. Er wordt goed naar klaagster geluisterd en er wordt zo goed mogelijk meegedacht. De autonomie van klaagster wordt zoveel mogelijk gerespecteerd maar er zijn grenzen waarmee rekening gehouden moet worden aldus verweerder.

 

Daarnaast is klaagster bekend met een bipolaire-1 stoornis licht verweerder toe. De manie is momenteel gedeeltelijk in remissie. Opname en medicatie zijn noodzakelijk aldus verweerder vanwege maatschappelijke teloorgang. De ambulante psychiater heeft maniforme ontregeling geconstateerd en verplichte zorg ingezet. Klaagster was grensoverschrijdend en ontremd was. Ook heeft er een delict plaatsgevonden in een restaurant. Verweerder ziet nu een ontregeling die moeilijk te behandelen is. Zonder medicatie lukt dat zeker niet aldus verweerder. Behandelaren proberen zoveel mogelijk alternatieve geneeswijzen te integreren in de behandeling binnen de toegestane kaders. Zo is het toegestaan dat klaagster salie rookt buiten de afdeling.   

Ten aanzien van de twee mensen aan wie de toegang is ontzegd benoemt verweerder dat zij dermate dreigend waren dat medewerkers zich fysiek bedreigd voelden.  

 

Verweerder licht toe dat de zelfstandige vrijheden van klaagster twee weken geleden zijn gestart. Aanvankelijk ging dat goed. Daarna heeft klaagster zich onttrokken omdat zij bij haar honden wilden zijn. Na terugkeer zag verweerder een verergering van de manische ontregelen. Dat heeft als consequentie dat de opnameduur langer wordt. Daarom is er overgegaan op begeleide vrijheden. Verweerder begrijpt dat dit vervelend is voor klaagster maar geeft aan dat de zelfstandige vrijheden vanaf a.s. donderdag weer opgestart worden. Eerst een uurtje en als dat goed gaat wordt dat uitgebreid.  

Op een vraag van de commissie antwoordt verweerder dat er gewerkt wordt met een systematische opbouw van vrijheden en tevens op indicatie. Vrijheden worden stapsgewijs uitgebreid. Klaagster heeft dan direct de wens om met verlof te gaan maar dit is lastig in het kader van de geleidelijke opbouw vult verweerder aan.

 

Op een vraag van de voorzitter over incidenten die in het dossier vermeld staan antwoordt klaagster dat zij 4 jaar geleden brand heeft gesticht uit wanhoop. Ze wilde niet meer leven. Over het delict in een restaurant zegt klaagster dat het allemaal leugens zijn. Ze was niet handtastelijk en heeft ook geen portemonnee gestolen. Wel is ze daarvoor door de politie opgepakt en in een isoleercel geplaatst. Klaagster vertelt dat ze hierover nog in gesprek is met een strafrecht advocaat.

 

Verweerder geeft ter zitting aan dat klaagster veel medicatie toegediend krijgt momenteel, waaronder Zypadhera. Dit zorgt voor gewichtstoename. Het streven van behandelaren is om over te stappen naar Treyicta depot. Dat is nu nog niet mogelijk aldus verweerder. Verweerder benoemt dat de huidige ontregeling vermoedelijk geluxeerd is door de omzetting van Xeplion naar Trevicta depot. Op verzoek van klaagster is de Lorazepam sinds 3 dagen afgebouwd.

 

In de slotronde geeft klaagster aan dat ze vrij wil zijn. Ze wil kunnen ademen en haar leven terug. Door Pro Persona is ze haar werk kwijt geraakt. En door de medicatie kan ze bijvoorbeeld niet  solderen waardoor ze geen sierraden kan maken.

De PVP merkt nog op dat als het bezoekrecht beperkt wordt dit aangezegd moet worden zodat het duidelijk is voor een cliënt. In dit geval is dat niet gebeurd aldus PVP.

Verweerder licht toe dat het beleid van Pro Persona is dat er geen 8.9-brief wordt uitgereikt als veiligheid in het geding is. Die betreffende mensen zijn daarom niet meer welkom vanwege de veiligheid.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klacht ziet op de uitvoering van de verplichte zorg en is gericht tegen de verplichte medicatie, opname en beperken bewegingsvrijheid zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz  en is ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is bekend met een schizofrene stoornis van het bipolaire type met maniforme ontregelingen. Klaagster werd ambulant behandeld door het Fact-team maar is nu klinisch opgenomen. Klaagster klaagt over de verplichte medicatie, zij ervaart veel bijwerkingen zoals gewichtstoename, sufheid en voelt zich een zombie. Klaagster wil naar huis en wil natuur medicatie. Haar bezoek is geweigerd bij de kliniek, hier is klaagster het niet mee eens.

Klaagster heeft een voorgeschiedenis van 23 jaar in de psychiatrie. Klaagster wil meer vrijheden en bij haar honden zijn. Klaagster vindt dat het incident in het restaurant (naakt lopen etc.) anders is gegaan dan nu geschetst. Ook de brand is al lang geleden. Dat zij zich onttrokken heeft tijdens vrijheidsmomenten beaamt klaagster. De reden was dat dat ze naar haar honden toe wilde.

 

Verweerder geeft aan dat klaagster klinisch is opgenomen wegens een manisch-psychotisch decompensatie. Het toestandsbeeld wordt gekenmerkt door ontremming, affectlabiliteit, grensoverschrijdend gedrag, agressie en grootheidswanen.

Het ernstig nadeel van klaagster weggenomen kan worden door de verplichte medicatie, opname en beperken van vrijheden. Het bezoek voor klaagster is geweigerd wegens bedreigingen geuit door dat bezoek. Om de veiligheidsredenen is dat bezoek geweigerd.

 

Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld. De verplichte zorg is besproken en op schrift aan klaagster uitgereikt op 28-12-2022, op 29-12-2022 en op 30-01-2023.

 

Naar het oordeel van de commissie zijn aan klaagster meerdere alternatieven aangeboden zoals andere en alternatieve medicatie en gesprekken.

Gezien het gedrag van klaagster en het risico op ernstig nadeel is de verplichte zorg gegeven door verweerder een passende behandeling om het ernstig nadeel te voorkomen. Getoetst zijn de proportionaliteit, subsidiariteit, veiligheid en doelmatigheid van de verplichte zorg.

De commissie ziet de medische noodzaak van de verplichte medicatie, opname en beperking van de vrijheden van klaagster om de ernstige nadelen voor klaagster te beperken. Dit maakt dat haar klachten ongegrond zijn. Inmiddels is gestart met begeleide vrijheden.

De weigering om haar bezoek toe te laten in de kliniek valt niet onder haar beperkingen.

Deze weigering van de kliniek is ingegeven door de bedreigingen geuit door het bezoek.

Om medewerkers en patiënten te beschermen is het bezoek niet toegelaten. Dit staat los van

de aangezegde verplichte zorg.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klachten gericht tegen de verplichte medicatie, opname en beperking van haar vrijheden ongegrond.

 

Aanbeveling:

De vrijheden van klaagster en de afspraken hierover zijn niet altijd duidelijk voor klaagster. De commissie beveelt aan de keuzes en besluiten ten aanzien van de vrijheden van klaagster duidelijk met haar te communiceren. Dat kan haar rust geven.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

[XX]

Voorzitter Wvggz klachtencommissie

Datum: 6 maart 2023

Aantal bladzijden: 6